The Artist – Artistieke hommage aan de stomme film
Aangezien alles wordt gerecycled, waarom niet een keer een lang vergeten filmgenre: de stomme film? De Franse filmmaker Michel Hazanavicius schreef een scenario waarvoor de Franse acteur Jean Dujardin, die de hoofdrol speelt, maar een zin hoefde te onthouden. Bovendien is de film in zwart-wit. De plot van The Artist is net als het idee voor de film eenvoudig: een acteur beroemd om zijn stomme films, raakt aan het einde van de jaren twintig van de vorige eeuw uit de mode als de geluidsfilm zijn intrede doet. Zijn groteske manier van acteren past niet meer bij de ‘moderne’ film en dat zijn jack russell hem komisch kan ondersteunen, raakt van ondergeschikt belang. Zijn diensten zijn niet langer gewenst en George Valentin verandert van een gevierde filmster in een arm individu.
Valentin heeft voor een van zijn laatste films Peppy Miller, een rol van de Frans-Argentijsnse Bérénice Bejo, ontdekt. De jonge, knappe en onbevangen is toevallig in de showbusiness belandt en breekt zij juist door in de door hem gevreesde ‘talkies’.
Treffend is de scene in de filmstudio van producent Al Zimmer, een rol van de immer hilarische en goed acterende John Goodman, waar Valentin net de zak heeft gekregen. Bedroefd daalt hij de trappen af die midden in het gebouw zitten. Op zijn weg naar beneden, treft hij Peppy aan, die op haar weg naar boven is om haar nieuwe contract te tekenen. Dit klinkt wellicht clichématig, maar is dat niet. Bejo en Valentin spelen oprecht en omdat The Artist een stille film is, kan de regisseur prima uitpakken met decor. Hazanavicius laat zijn hoofdpersoon in een zwarter dan zwart gat vallen. Hij wordt gekweld door iedereen, maar vooral door zichzelf. Hij ontneemt hem alles, op zijn hondje en trouwe bediende Clifton (James Cromwell) na.
Hazanavicius toont de kijker de tijd dat het Hollywoodteken in de bergen voor het filmwalhala nog Hollywoodland was. Waar Hollywood haar pijlen, zowel toen als nu, vooral richt op vooruitgang en groot spektakel, kiest de Franse filmmaker voor een stappen terug. Hij beperkt zich door de dialoog en de kleur uit te schakelen, maar muziek is een kleurrijk onderdeel van de film. The Artist grijpt voor de soundtrack terug naar muziek van filmklassiekers als Singing in the Rain en Citizen Kane. Het geluid dat de acteurs voortbrengen, komt slechts een keer voor in een nachtmerrie van Valentin. The Artist is zeker geen persiflage op de stomme film. Eerder een realistische hommage. De regisseur gaat uiterst voorzichtig om met zijn beperkingen, waardoor de film perfect uitgebalanceerd is.
De acteurs zijn door het gebrek aan dialoog net als in de jaren twintig toegewezen op hun expressie en dat is aan Dujardin wel besteed. Hij past perfect in zijn gigantische villa waar hij in de bloei van zijn carrière nog geniet van een ontbijtje met zijn vrouw en jack russell. De tegenslagen die hij te verwerken krijgt, worden nooit wanstaltig in beeld gebracht. In de tijd dat stomme acteurs moesten spreken, kwam dat vaak lachwekkend over. De acteurs waren te veel gewend aan grote gebaren. Hun films waren stil, maar hun manier van acteren was dat allesbehalve. Knap hoe Dujardin precies het tegenovergesteld weet te bereiken. Hij werd dit jaar terecht onderscheiden op het Filmfestival van Cannes.
Hazanavicius werkte al in 2007 en 2009 samen met Dujardin en Bejo. Hij nam zijn Franse crew mee naar het Amerikaanse avontuur. De film is grotendeels opgenomen in Los Angeles. De regisseur maakte met hen de Franse parodieën op James Bond, OSS 117: Cairo, Nest of Spies en OSS 117: Lost in Rio. In de zwartwit beelden uit die film, is al te zien dat een potloodsnorretje de 39-jarige acteur prima staat.
The Artist is een kloppend plaatje, sterk door de afwezigheid van geluid en de nadruk op emotioneel spel zonder ooit kitsch te worden.
[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=zzNhyZlTNAg]